Terug

AOW-leeftijd blijft 67 jaar en drie maanden in 2031

13 november 2025
Sociale verzekeringen

In de Algemene Ouderdomswet (AOW) is de jaarlijkse vaststelling geregeld van de AOW-gerechtigde leeftijd en de bijbehorende aanvangsleeftijd, de leeftijd waarop de AOW-opbouw begint. Deze zijn gekoppeld aan prognoses over de ontwikkeling van de levensverwachting en worden vastgesteld aan de hand van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. De AOW-gerechtigde leeftijd wordt telkens vijf jaar van tevoren aangekondigd. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de AOW-gerechtigde leeftijd en aanvangsleeftijd voor 2031 vastgesteld op respectievelijk 67 jaar en drie maanden en 17 jaar en drie maanden. Deze blijven daarmee gelijk aan 2030.

Levensverwachting

Een toename van de levensverwachting telt voor tweederde mee in een stijging van de AOW-gerechtigde leeftijd, met een maximum van een jaar per vijf jaar. De wettelijke formule voorziet in een opwaartse koppeling bij stijging van de resterende levensverwachting op 65 jaar in een jaar. Een eenmaal vastgestelde leeftijd kan later niet meer stijgen of dalen.

Pensioenrichtleeftijd 2027

De pensioenrichtleeftijd is op een vergelijkbare wijze gekoppeld aan de levensverwachting. De pensioenrichtleeftijd wordt bepaald met de prognose van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in 2037. In 2027 blijft de pensioenrichtleeftijd ongewijzigd 68 jaar. Sinds de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen (per 1 juli 2023) is de fiscale pensioenrichtleeftijd overigens alleen nog van belang voor het overgangsrecht.

Bronvermelding

  • datum: 13 november 2025
  • bureau: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
  • karakter: besluit
  • nummer: 2025-0000245696

Misschien ook intressant

Algemeen
Belastingdienst stelt digitaal bezwaar verder uit
De Belastingdienst werkt samen met koepelorganisaties en softwareontwikkelaars aan de invoering van digitaal bezwaar voor de inkomstenbelasting, btw (omzetbelasting) en vennootschapsbelasting. De verwachting was dat deze functionaliteit, na eerder
Sociale verzekeringen
Verder uitstel bedrag ineens
Bij de Eerste Kamer is het wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens in behandeling. De minister van SZW heeft de nota naar aanleiding van het verslag naar de Kamer gestuurd. In de nota gaat de minister in op vragen en opmerkingen van de
Formeel recht
Te laat reageren van de gemeente heeft dwangsom tot gevolg
De rechtbank heeft een duidelijk signaal afgegeven over het belang van tijdige besluitvorming door gemeentelijke instanties. In de kern draaide deze zaak om een huiseigenaar die bezwaar maakte tegen een WOZ-beschikking en OZB-aanslag, waarop de