Terug

Belastingrente ook bij tijdige aangifte binnen uitstelperiode

4 december 2025
Formeel recht

Een ondernemer laat zijn aangiften verzorgen door een adviseur. De adviseur vraagt uitstel aan via de beconregeling. De ondernemer dient alle aangiften binnen de gestelde termijn in. De inspecteur legt de aanslagen conform de aangiften op en brengt belastingrente in rekening. Die rente loopt vanaf 1 juli na het belastingjaar tot aan de datum waarop de aanslag invorderbaar wordt. De ondernemer maakt bezwaar. Hij stelt dat de inspecteur hem had moeten waarschuwen dat uitstel leidt tot belastingrente. Kan de ondernemer met succes betogen dat dit in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel? 

Beconregeling

De beconregeling is een collectieve uitstelregeling van de Belastingdienst voor fiscaal dienstverleners. Adviseurs die bij de Kamer van Koophandel staan ingeschreven en een btw-nummer hebben, kunnen een beconnummer aanvragen. Met dat nummer kunnen zij voor al hun cliƫnten tegelijk uitstel aanvragen voor de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. Het uitstel loopt doorgaans tot 1 mei van het jaar volgend op het aangiftejaar. In ruil voor de uitstelregeling houdt de adviseur zich aan een inleverschema.

Hof: rente is bewuste keuze van wetgever

Het hof oordeelt dat de inspecteur de belastingrente correct heeft berekend. De wetgever heeft bewust gekozen om de uitstelperiode niet uit te zonderen van de renteberekening. Een belastingplichtige die snel en correct aangifte doet, hoeft geen rente te betalen. Wie uitstel vraagt, loopt het risico om rente te moeten betalen. Het is aan de belastingplichtige zelf om de voor- en nadelen van uitstel af te wegen. De inspecteur hoeft geen persoonlijk advies te geven over de gevolgen van een verzoek om uitstel. Dit geldt temeer nu een professionele adviseur het uitstel heeft aangevraagd. Van schending van het zorgvuldigheidsbeginsel is geen sprake.

Ambtshalve vermindering 

Voor het jaar 2012 heeft de ondernemer ook verzocht om ambtshalve vermindering van de belastingrente. Dat verzoek wijst het hof af. De termijn voor ambtshalve vermindering bedraagt vijf jaar na het einde van het kalenderjaar. Voor 2012 verstreek die termijn op 31 december 2017. Het verzoek kwam pas daarna binnen. De ondernemer stelt dat het verleende uitstel de termijn zou moeten verlengen, maar de wettekst laat dit niet toe.

Bronvermelding

  • datum: 4 december 2025
  • bureau: Gerechtshof Den Haag
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:GHDHA:2025:2230

Misschien ook intressant

Loonbelasting
Autoritten naar fitness zijn niet zakelijk
Regelmatig ontstaat er discussie met de Belastingdienst over de vraag of ritten met een auto van de zaak als zakelijk of privé moeten worden gekwalificeerd. Soms moet de rechter eraan te pas komen om duidelijkheid te verschaffen. In een
Formeel recht
Uitsluiting van onrechtmatig verkregen bewijs in belastingzaken alleen in uitzonderlijke gevallen
Mag bewijsmateriaal dat door de politie is verzameld worden gebruikt voor belastingheffing, ondanks mogelijke onrechtmatigheden bij de verkrijging ervan? De Hoge Raad buigt zich over deze vraag en de vraag of het 'zozeer indruist'-criterium, dat
Omzetbelasting
MBO-instelling moet dubbele berekening toepassen voor voorbelasting
Een MBO-instelling krijgt ongelijk van de rechtbank in haar poging om meer voorbelasting terug te krijgen. De instelling moet haar recht op aftrek van voorbelasting over gemengde kosten berekenen met zowel een pre-pro rata berekening als een pro rata