Terug

Bitcoinbelegger mag toch in bezwaar, ondanks afstand in VSO

28 mei 2025
Inkomstenbelasting

Een ondernemer die in bitcoins belegt, sluit een vaststellingsovereenkomst (VSO) met de Belastingdienst waarin zijn cryptovermogen wordt vastgesteld. In de VSO staat dat hij afziet van bezwaar en beroep ter zake van in de overeenkomst geregelde onderwerpen. Direct na ondertekening wordt zijn cryptowallet gehackt en is zijn volledige cryptovermogen gestolen. De Belastingdienst legt een navorderingsaanslag op over een forfaitair rendement in box 3 en weigert het bezwaar inhoudelijk te behandelen. De rechtsvraag is of de afstand van bezwaar en beroep zich ook uitstrekt tot de belastingheffing.

Standpunten van de partijen

De ondernemer stelt dat de VSO uitsluitend betrekking heeft op de vaststelling van zijn box 3-vermogen. De belastingheffing zelf is volgens hem niet uitdrukkelijk geregeld in de VSO. Zijn afstand van bezwaar en beroep geldt alleen voor expliciet geregelde onderwerpen. Daarnaast voert hij aan dat door de diefstal van zijn bitcoins sprake is van een buitensporige last, verwijzend naar het Kerstarrest.

De inspecteur meent dat met overeenstemming over de hoogte van het vermogen ook de belastingheffing vaststaat. Hij stelt dat de forfaitaire heffing rechtstreeks uit de wet voortvloeit. In de VSO staat dat deze bedragen worden nagevorderd, wat volgens de inspecteur impliceert dat ook de belastingheffing onder de VSO valt. Hij verklaart het bezwaar ongegrond zonder inhoudelijke behandeling.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelt dat het essentieel is om vast te stellen of de belastingheffing een in de VSO geregeld onderwerp is. De rechtbank constateert dat vanaf het eerste contact over berekening van de te betalen belasting gesproken is als afzonderlijk onderwerp. Uit de VSO blijkt echter niet dat hierover gesproken is.
Het belastbare box 3-inkomen bedraagt 5% van het werkelijke vermogen. Dit komt door het box 3-systeem dat belasting heft over een fictief rendement in plaats van over het werkelijke vermogen. De rechtbank verwijst naar het Kerstarrest uit 2021, dat bepaalt dat dit forfaitaire systeem onrechtmatig kan zijn wanneer het werkelijke rendement aanzienlijk lager is dan het forfaitaire rendement. 

In deze zaak is het werkelijke rendement door de hack van de bitcoinwallet zelfs negatief geworden. De belastingplichtige verliest zijn volledige vermogen, terwijl hij wel belasting moet betalen over een fictief rendement. De rechtbank concludeert dat de ondernemer ten aanzien van de belastingheffing niet ondubbelzinnig afstand heeft gedaan van zijn recht op bezwaar en beroep. De ondernemer kan hierover in bezwaar gaan, omdat de belastingheffing niet expliciet in de VSO is geregeld. 

Buitensporige last

De rechtbank maakt een belangrijk onderscheid tussen de vaststelling van het box 3-vermogen en de belastingheffing daarover. Vooral sinds het Kerstarrest staat de forfaitaire heffing niet meer automatisch vast zodra het vermogen is vastgesteld. Belangrijk voor cryptobeleggers: zelfs bij een vastgesteld vermogen van miljoenen kunnen omstandigheden zoals een hack leiden tot een beroep op een buitensporige last.

Bronvermelding

  • datum: 28 mei 2025
  • bureau: Rechtbank Gelderland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBGEL:2025:3521

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Geen rechtsherstel box 3 ondanks lagere aanslag
Een Nederlandse belastingplichtige heeft onroerende zaken in Frankrijk en Duitsland en staat voor een bijzonder fiscaal dilemma. Ze vraagt de Belastingdienst om de Wet rechtsherstel box 3 toe te passen op haar aangifte over 2019, ook al leidt dit tot
Inkomstenbelasting
Alleen zakelijke ritten administreren blijkt niet voldoende
Een ondernemer levert belegde broodjes aan tankstations en bedrijven. Hij maakt daarbij gebruik van een bestelauto. In de aangifte inkomstenbelasting geeft hij de bijtelling wegens privégebruik aan, maar tekent hiertegen later bezwaar aan.
Omzetbelasting
Zonder aanmelding geen KOR
Een kleine ondernemer doet geen aangifte btw. De inspecteur legt daarom een naheffingsaanslag omzetbelasting op. Gelijktijdig met de naheffingsaanslag legt de inspecteur een boete op wegens het niet betalen en een boete wegens het niet doen van