Terug

Btw op factuur? Dan ook btw betalen!

8 mei 2025
Omzetbelasting

Een ondernemer drijft zijn onderneming in de vorm van een eenmanszaak. Hij houdt zich bezig met het managen van internationale projecten, met een specialisatie in industriële koelsystemen. De werkzaamheden worden wereldwijd uitgevoerd. In 2017 en 2018 verricht hij werkzaamheden voor een Nederlandse opdrachtgever en brengt daarbij, ten onrechte, Nederlandse btw in rekening op zijn facturen. Hij geeft echter niet alle gefactureerde bedragen aan in zijn btw-aangifte. De inspecteur legt een naheffingsaanslag op.

De ondernemer is van mening dat de inspecteur de te weinig aangegeven btw niet kan naheffen en stapt naar de rechter. Ter onderbouwing voert hij aan dat hij zijn diensten vanuit Spanje heeft verricht en dat hij per abuis Nederlandse btw in rekening heeft gebracht. Van een woonplaats dan wel onderneming in Nederland is geen sprake.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat iedereen die op een factuur melding maakt van btw, deze belasting verschuldigd is. Dit geldt ongeacht of de handeling zelf aan btw onderworpen is. De plaats waar de diensten zijn verricht is niet relevant voor het ontstaan van de belastingschuld. De btw is verschuldigd in de lidstaat die op de factuur vermeld staat, zelfs als de handeling in die lidstaat niet belastbaar was.

Bronvermelding

  • datum: 8 mei 2025
  • bureau: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBZWB:2025:2192

Misschien ook intressant

Ondernemingswinst
Wie stelt moet bewijzen, ook na afloop van de bewaarplicht
In het belastingrecht geldt doorgaans dat de inspecteur de bewijslast draagt voor het vaststellen van belastbare feiten, terwijl de belastingplichtige de bewijslast draagt voor aftrekposten, vrijstellingen of andere belastingvoordelen zoals
Formeel recht
Hoger beroep toch op tijd door feestdag
De termijn voor het indienen van een hoger beroepschrift bedraagt zes weken. Die termijn begint te lopen vanaf de dag na de verzending van de uitspraak van de rechtbank. De Algemene termijnenwet (Atw) bepaalt dat als de laatste dag van een termijn op
Inkomstenbelasting
Rendementspercentage omhoog, heffingsvrij vermogen omlaag in 2026
Het nieuwe box 3-stelsel, waarin belasting wordt geheven over het werkelijke rendement op vermogen, is uitgesteld tot ten minste 2028. Om deze budgettaire tegenvaller op te vangen, voert het kabinet vanaf 2026 aanpassingen door binnen het huidige