Terug

Eindejaarstips privé

6 november 2025
Eindejaarsactualiteiten

Box 3: forfait of werkelijk rendement?

Het heffingsvrij vermogen daalt in 2026 van € 57.684 naar € 51.396. Tegelijk gaat het rendement op overige bezittingen omhoog van 5,88% naar 7,78%. Gevolg is dat mensen met overige bezittingen meer belasting gaan betalen. Zij hebben met de tegenbewijsregeling de mogelijkheid om het werkelijk behaalde rendement aan te tonen. Als dit bedrag lager is dan het eerder aangeslagen verwachte rendement, krijgen zij de te veel betaalde belasting terug. De invoering van een nieuw box 3-stelsel (op basis van het werkelijk rendement) schuift door naar 2028.

Opgaaf werkelijk rendement

Als er geen of niet tijdig bezwaar werd gemaakt tegen de box 3-heffing voor de jaren 2017, 2018, 2019 en 2020, dan is het op dit moment niet mogelijk om via het formulier Opgaaf werkelijk rendement een correctie naar het werkelijke rendement aan te vragen. Afhankelijk van de uitkomst van de procedure Massaal bezwaar plus kan dat mogelijk alsnog. In dat geval volgt automatisch bericht van de Belastingdienst.

Valt de datum van de definitieve aanslag op of na 12 november 2021? Dan mag het formulier alleen worden ingevuld als tijdig een verzoek tot ambtshalve vermindering is ingediend. 

Tip! Voor het jaar 2020 kan zo’n verzoek nog worden ingediend tot en met 31 december 2025.

Voor 2021 en latere jaren is het niet nodig om bezwaar te hebben gemaakt. De Belastingdienst stuurt automatisch een brief als het werkelijke rendement mag worden doorgegeven.

Beleggen met geleend geld

Beleggingen, die met geleend geld zijn gefinancierd, worden belastingtechnisch ongunstig behandeld in het forfaitaire systeem van box 3. Voor bezittingen anders dan banktegoeden geldt in 2025 een forfaitair rendement van 5,88% (2026: 7,78%). Voor schulden geldt een forfaitair rendement van 2,62% (2026: 2,7%). 

Bij 100%-financiering van een bezitting bedraagt de waarde per saldo nihil (bezitting = schuld), maar moet toch een rendement worden aangegeven van 3,26% (2026: 5,08%) over de waarde van de bezitting. Dit geldt uiteraard alleen als het vermogen in box 3 meer bedraagt dan de geldende vrijstelling.

Let op! De forfaitaire rendementspercentages voor de categorieën banktegoeden en schulden worden pas na afloop van het kalenderjaar berekend. Voor schulden geldt een veel lager forfaitair rendement dan voor overige bezittingen in box 3. Het percentage voor schulden is wel hoger dan voor banktegoeden (2025: 1,44%, 2026: 1,28%). Houd daar rekening mee bij de spreiding van het vermogen. Onderlinge vorderingen tussen partners én tussen ouders en minderjarige kinderen hoeven niet meer opgegeven te worden in de belastingaangifte. Dit geldt ook voor schulden met betrekking tot deze vorderingen.

Bronvermelding

  • datum: 6 november 2025
  • bureau: Ministerie van Financiën
  • karakter: wetswijziging

Misschien ook intressant

Eindejaarsactualiteiten
Eindejaarstips erf- en schenkbelasting
Aangiftetermijn erfbelasting Nabestaanden van iemand die op of na 1 januari 2026 overlijdt, krijgen twintig maanden de tijd voor de aangifte erfbelasting. Op dit moment hebben nabestaanden, na iemands overlijden, acht maanden de tijd. Het
Formeel recht
Inspecteur moet voldoende tijd geven voor hoorgesprek
Een man maakt bezwaar tegen zijn aanslag inkomstenbelasting. De inspecteur nodigt hem uit voor een hoorzitting, maar deze wordt later geannuleerd. De man wendt zich daarop tot de rechtbank, die oordeelt dat de inspecteur voor een bepaalde datum
Inkomstenbelasting
Niet-gerealiseerde waardestijging van goudbaar is werkelijk rendement
De Hoge Raad oordeelt dat zowel gerealiseerd als ongerealiseerd rendement dient te worden meegenomen bij de bepaling van het werkelijk rendement in box 3. De rechtbank en het hof hadden hier eerder verschillend over geoordeeld, wat uiteindelijk