Terug

Energielijst 2025

2 januari 2025
Ondernemingswinst

De minister van Klimaat en Groene Groei heeft de Energielijst 2025 vastgesteld. Deze lijst bevat de bedrijfsmiddelen, die bij investering in 2025 in aanmerking komen voor de energie-investeringsaftrek (EIA). De lijst bevat geen bedrijfsmiddelen waarvan de terugverdientijd beduidend korter is dan vijf jaar. Bedrijven en instellingen zijn verplicht om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder uit te voeren. Deze verplichte maatregelen worden niet via de EIA gesubsidieerd.

Voor investeringen in zonnepanelen voor elektriciteitsopwekking is niet langer verplicht dat deze aangesloten zijn op een kleinverbruikersaansluiting (maximaal 3 x 80 ampère). Investeerders met een zon-PV-installatie achter een grootverbruikersaansluiting, die geen aanspraak kunnen maken op de SDE++, komen onder voorwaarden in aanmerking voor de EIA.

In 2025 is een budget van € 431 miljoen beschikbaar voor de EIA. Het budget voor 2026 is vastgesteld op € 460 miljoen.

In de energielijst 2025 zijn de omschrijvingen van enkele bedrijfsmiddelen aangescherpt om beter aan te sluiten bij marktontwikkelingen. Zo zijn de SCOP-eisen voor warmtepompen in de gebouwde omgeving verhoogd, en is de omschrijving ‘warmtepomp proces’ uitgebreid met een extra temperatuurstap, waardoor ook warmtepompen voor hogere temperaturen in aanmerking komen.

Het verdienmodel voor technieken die bijdragen aan netbalancering wordt steeds aantrekkelijker. Bij sommige technologieën is de terugverdientijd inmiddels minder dan vijf jaar. Om deze reden zijn de omschrijvingen voor 'intelligent lokaal energienetwerk' (smart grid) en netbalancering door actieve sturing van installaties uit de regeling verwijderd.

Bronvermelding

  • datum: 2 januari 2025
  • bureau: Ministerie van Economische Zaken
  • karakter: besluit
  • nummer: Staatscourant 2024, nr 41718

Misschien ook intressant

Belastingplan
Wijzigingen omzetbelasting en accijns
Behoud lage btw op cultuur, media en sport De voorgenomen verhoging van het lage btw-tarief (9% → 21%) gaat niet door voor cultuur, media en sport. Het kabinet en de Tweede Kamer vinden het belangrijk dat bijvoorbeeld boeken, concerten,
Belastingplan
Maatregelen box 3
Meer belasting voor beleggers, lager heffingsvrij vermogen De invoering van een nieuw box 3-stelsel (werkelijk rendement) schuift door naar 2028. Om het gat te dichten dat is ontstaan door het uitstel van de hervorming, sleutelt het kabinet
Inkomstenbelasting
Werkelijk rendement over hele vermogen, niet per vermogensbestanddeel
Een man doet aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2021. Hij geeft in zijn aangifte een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3) op van € 35.616. Dit bedrag is gebaseerd op verschillende vermogensbestanddelen, waaronder vorderingen