Terug

Foutenleer redt vennootschap bij afwaardering lening aan dochtervennootschap

10 juli 2025
Vennootschapsbelasting

De fiscale foutenleer blijkt opnieuw een krachtig reddingsmiddel bij een zakelijke misstap. Een moedervennootschap wilde in 2016 een vordering op haar dochtervennootschap afwaarderen. De inspecteur blokkeerde dit, omdat de lening al in 2015 civielrechtelijk was kwijtgescholden. De timing leek fataal, totdat de rechtbank de foutenleer toepaste. Dankzij deze fiscale reparatieregel kan de moeder alsnog het volledige bedrag in aftrek brengen.

Vordering dochter

De zaak draait om een vennootschap die een vordering van € 880.717 op haar dochtervennootschap heeft. Deze vordering bestaat grotendeels uit niet-betaalde rente door de dochtervennootschap. De moedervennootschap wil deze vordering in 2016 fiscaal afwaarderen. De dochtervennootschap kan de schuld niet terugbetalen en de vordering is waardeloos geworden.

De inspecteur weigert de aftrek. Hij stelt dat de moeder de vordering al in 2015 heeft kwijtgescholden. De kwijtschelding moet daarom in 2015 worden verwerkt, niet in 2016. Subsidiair stelt de inspecteur dat het bedrag te hoog is. Een deel betreft rente over bedragen die al waren afgelost of verrekend.

Afwaarderen vordering

De rechtbank geeft de inspecteur gelijk op één punt: de vordering is inderdaad al in 2015 kwijtgescholden. De moeder heeft geen civielrechtelijke vordering meer in 2016. Toch wint de moedervennootschap de zaak. De rechtbank staat toe dat de foutenleer wordt toegepast. Deze fiscale regel voorkomt dubbele belasting of belastingvrijstelling door fouten. De inspecteur had de kwijtschelding in 2015 gecorrigeerd. Hierdoor stond de vordering nog steeds op de fiscale balans. De afwaardering kan daarom alsnog in 2016 plaatsvinden. Ook mag het volledige bedrag worden afgewaardeerd. De moedervennootschap heeft in het verleden alle rentebaten aangegeven. De rechtbank oordeelt dat het gehele bedrag aftrekbaar is.

Foutenleer

De foutenleer is een belangrijk fiscaal principe. Het zorgt ervoor dat vermogensfouten uit het verleden geen blijvende invloed hebben op de belastingheffing. Als het eindvermogen van het vorige jaar onjuist is vastgesteld, mag dit worden hersteld. Hierdoor wordt dubbele belastingheffing of belastingontwijking voorkomen. In deze zaak was de vordering civielrechtelijk verdwenen, maar fiscaal nog aanwezig. Deze balansfout kon via de foutenleer worden rechtgezet.

Bronvermelding

  • datum: 10 juli 2025
  • bureau: Rechtbank Gelderland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBGEL:2024:8157.

Misschien ook intressant

Overdrachtsbelasting
Overdrachtsbelasting bij aankoop van een woning: wanneer komt u in aanmerking voor het verlaagde tar
In de regel betaalt u bij de aankoop van een eigen woning 2% overdrachtsbelasting, maar er bestaan verrassende uitzonderingen. In deze zaak draait het om de vraag wanneer iemand wel en wanneer iemand niet kan profiteren van het lagere tarief. Het
Formeel recht
Bijzondere omstandigheden: proceskostenvergoeding onder de loep
Heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat sprake is van bijzondere omstandigheden in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)? Deze vraag staat centraal in het hoger beroep van de belanghebbende tegen de hoogte van de
Inkomstenbelasting
Berekening heffingskortingen bij gedeeltelijke belastingplicht
Wanneer iemand slechts gedurende een deel van het jaar in Nederland woont, ontstaat de vraag hoe de arbeidskorting, inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) en algemene heffingskorting berekend moeten worden. In deze zaak stelde de rechtbank een