Terug

Geen acceptatieplicht contant geld voor de Belastingdienst

5 juni 2025
Invordering

De staatssecretaris van Financiën heeft gereageerd op het verzoekschrift van een vrouw die bij de Belastingdienst haar belastingen contant wenst te betalen. De staatssecretaris concludeert dat de Belastingdienst niet verplicht is om contante betalingen te accepteren voor belastingaanslagen, en ziet geen reden om voor verzoekster een uitzondering te maken. 

Hoewel contant betalen maatschappelijk belangrijk is, geldt deze acceptatieplicht niet voor de Belastingdienst. De wet (Awb) schrijft voor dat betalingen aan bestuursorganen doorgaans giraal plaats moeten vinden, omdat deze vorm efficiënter, veiliger en kosteneffectiever is. De Belastingdienst heeft geen wettelijke of operationele verplichting om loketten of alternatieve betalingsmethoden te faciliteren. 

In dit specifieke geval heeft de Belastingdienst in voorgaande jaren uit coulance contante betalingen van verzoekster geaccepteerd, maar telkens duidelijk gecommuniceerd dat deze uitzondering niet structureel is. Daarnaast worden belastingen zoals de motorrijtuigenbelasting door verzoekster wél giraal betaald, wat aantoont dat een girale betaling in haar geval niet bezwaarlijk is. 

Bronvermelding

  • datum: 5 juni 2025
  • bureau: Belastingdienst
  • karakter: overig
  • nummer: 2025-0000117686

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Raad van State uit bezwaren tegen nieuw box 3-stelsel
Er kleven grote bezwaren aan het box 3-stelsel dat de regering voorstelt. Tot die conclusie komt de Raad van State in zijn advies. Vanwege de bezwaren is het advies aan de regering om de vormgeving van het box 3-stelsel opnieuw te bezien. Onder
Sociale verzekeringen
Premiepercentages en maximum premieloon 2025
De minister van SZW heeft de premiepercentages voor de sociale verzekeringen en het maximum premieloon voor 2025 vastgesteld. Verzekering 2025 2024 AOW 17,9% 17,9% Anw 0,1%
Omzetbelasting
Recht op aftrek voorbelasting bij kosteloze terbeschikkingstelling
De btw-richtlijn geeft ondernemers het recht op aftrek van omzetbelasting die door andere ondernemers aan hen in rekening is gebracht. Het recht op aftrek is gekoppeld aan de mate waarin de van andere ondernemers afgenomen goederen en diensten worden