Terug

Geen bouwdepot maar spaarrekening

17 oktober 2024
Inkomstenbelasting

Hof Den Bosch heeft in een procedure over een aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2017 geoordeeld dat het saldo op een spaarrekening een bezitting is voor de rendementsgrondslag van box 3. De belanghebbende in de procedure meende dat het saldo niet als bezitting kon worden aangemerkt omdat het bestemd was voor de afbouw van de eigen woning in aanbouw. De belanghebbende meende dat hij vanwege de bestemming niet vrij over het saldo kon beschikken. Het geld stond enkel nog op de spaarrekening omdat de bouw was vertraagd.

De woning in aanbouw gold op 1 januari 2017 als eigen woning voor de belanghebbende. Voor zover op 1 januari 2017 bouwtermijnen vervallen waren, die nog niet waren betaald, vormden deze een schuld, die behoorde bij de eigen woning. Een dergelijke schuld valt in box 1 en behoort niet tot de rendementsgrondslag van box 3. Op 1 januari 2017 nog niet vervallen bouwtermijnen vormden geen schuld in de zin van de Wet IB 2001. Van een bouwdepot was geen sprake. De belanghebbende heeft het geld, dat bestemd was voor de aannemer, verkregen door de verkoop van een andere woning en niet door het afsluiten van een hypotheek. Het hof vond niet aannemelijk dat de belanghebbende niet vrij over de spaarrekening zou kunnen beschikken.

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie tegen de hofuitspraak zonder nadere motivering ongegrond verklaard.

Bronvermelding

  • datum: 17 oktober 2024
  • bureau: Hoge Raad
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLHR20241381, 23/02160

Misschien ook intressant

Formeel recht
Verzoek om uitstel is geen bezwaar
Een schoenenwinkel krijgt te maken met een reeks gemeentelijke belastingaanslagen. De ondernemer vraagt hiervoor eerst uitstel van betaling aan en dient vervolgens een bezwaarschrift in. Hoewel de verzoeken om uitstel tijdig waren ingediend, biedt
Omzetbelasting
Geen vergrijpboete door ondeskundigheid
Bij de overgang van een eenmanszaak naar een bv is het belangrijk een duidelijke scheiding in de boekhouding en facturatie aan te brengen. Dit voorkomt verwarring over wie de belastingplichtige ondernemer is. Onlangs moest de rechter oordelen in een
Loonbelasting
Vergoedingen onbelast, maar fiscaal gezien loon
Sinds de invoering van de werkkostenregeling (WKR) in 2011 is het loonbegrip in de loonbelasting verruimd. Werkgevers kunnen sindsdien vergoedingen en verstrekkingen aanwijzen als eindheffingsbestanddeel. Daardoor blijven ze onder voorwaarden