Terug

Geen kostenvergoeding door uitblijven reactie

27 maart 2025
Inkomstenbelasting

De inspecteur van de Belastingdienst heeft een te hoge aanslag inkomstenbelasting opgelegd aan een belastingplichtige op. Hij is daarbij uitgegaan van gegevens, die hij heeft ontvangen van de werkgever. Deze gegevens blijken achteraf onjuist te zijn. De belastingplichtige tekent bezwaar aan en de inspecteur vermindert de aanslag, maar kent geen kostenvergoeding toe.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht geen kostenvergoeding heeft toegekend voor de rechtsbijstand in de bezwaarprocedure. De inspecteur had, voorafgaand aan de aanslag, een brief gestuurd met het verzoek om nadere informatie. De belastingplichtige heeft bewust niet gereageerd op deze brief. Hierdoor baseerde de inspecteur de aanslag op de beschikbare (achteraf onjuiste) gegevens van de werkgever. De rechtbank concludeert dat de gevolgen van het niet reageren op de brief voor rekening en risico van de belastingplichtige komen. Er is geen sprake van een aan de inspecteur te wijten onrechtmatigheid.

Bronvermelding

  • datum: 27 maart 2025
  • bureau: Rechtbank Noord-Nederland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBNNE:2024:4368

Misschien ook intressant

Belastingplan
Wijzigingen omzetbelasting en accijns
Behoud lage btw op cultuur, media en sport De voorgenomen verhoging van het lage btw-tarief (9% → 21%) gaat niet door voor cultuur, media en sport. Het kabinet en de Tweede Kamer vinden het belangrijk dat bijvoorbeeld boeken, concerten,
Belastingplan
Maatregelen box 3
Meer belasting voor beleggers, lager heffingsvrij vermogen De invoering van een nieuw box 3-stelsel (werkelijk rendement) schuift door naar 2028. Om het gat te dichten dat is ontstaan door het uitstel van de hervorming, sleutelt het kabinet
Inkomstenbelasting
Werkelijk rendement over hele vermogen, niet per vermogensbestanddeel
Een man doet aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2021. Hij geeft in zijn aangifte een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3) op van € 35.616. Dit bedrag is gebaseerd op verschillende vermogensbestanddelen, waaronder vorderingen