Terug

Geen lagere aanslag, lager rendement niet aannemelijk gemaakt

17 juli 2025
Inkomstenbelasting

Een vrouw doet aangifte inkomstenbelasting. De Belastingdienst legt een aanslag op conform deze aangifte. De vrouw is het niet eens met de berekening van het inkomen uit sparen en beleggen en maakt bezwaar. De inspecteur behandelt het bezwaar deels via de massaalbezwaarprocedure die in 2022 plaatsvindt. Als gevolg hiervan past de Belastingdienst het inkomen uit sparen en beleggen aan via een verminderingsbeschikking. 

Prorogatie 

De vrouw vindt deze vermindering alsnog onvoldoende en dient in 2024 een beroepschrift in bij de rechtbank. Ze stemt ermee in dat de rechtbank haar zaak direct behandelt via een rechtstreeks beroep (prorogatie), zonder dat de Belastingdienst eerst verder op haar bezwaar beslist.

De rechtbank concludeert dat het werkelijk behaalde rendement van de vrouw en haar fiscaal partner, bestaande uit rente- en dividendinkomsten, hoger ligt dan het bedrag waarmee rekening is gehouden bij het vaststellen van het belastbaar inkomen in de verminderingsbeschikking. Daarom is er geen aanleiding voor verdere verlaging van het inkomen.

De rechtbank stelt verder vast dat de vrouw niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een individuele en buitensporige last. De vrouw heeft geen aanvullende documentatie overlegd waaruit blijkt dat het werkelijk behaalde rendement lager lag dan het door de Belastingdienst vastgestelde bedrag. Om die reden wordt ook op deze grondslag geen verdere vermindering of rechtsherstel toegekend.

Bronvermelding

  • datum: 17 juli 2025
  • bureau: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBZWB:2025:4214

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Zakelijk gebruik woning: documenteer tijdig en grondig
Voor vermogensetikettering is de wil van de belastingplichtige leidend, tenzij de grenzen der redelijkheid worden overschreden. Bij woningen geldt echter een bijzonder regime: een woning kan volgens de Hoge Raad door zijn aard alleen tot het
Ondernemingswinst
Geen opgewekt vertrouwen door volgen aangifte in latere jaren
Bij een beheer- en exploitatiemaatschappij, die zich bezighoudt met de exploitatie van onroerende zaken, vindt in augustus 2016 een belangrijke aandeelhouderswijziging plaats. De meerderheidsaandeelhouder (95%) heeft zijn aandelen geschonken aan een
Ondernemingswinst
Wie stelt moet bewijzen, ook na afloop van de bewaarplicht
In het belastingrecht geldt doorgaans dat de inspecteur de bewijslast draagt voor het vaststellen van belastbare feiten, terwijl de belastingplichtige de bewijslast draagt voor aftrekposten, vrijstellingen of andere belastingvoordelen zoals