Terug

Geen voorziening voor toekomstige bedrijfsvoortzetting

13 november 2025
Ondernemingswinst

Een varkenshouder vormt voorzieningen voor luchtwassers en asbestsanering. De inspecteur vordert na. Het hof oordeelt dat de voorzieningen terecht zijn gecorrigeerd. Voor investeringen ten behoeve van toekomstige bedrijfsvoortzetting kan geen voorziening worden gevormd ten laste van de winst

Oude stallen, nieuwe regels

Een maatschap exploiteert een varkensbedrijf met twaalf stallen op vier locaties. Alle stallen bevatten nog asbest. In de aangifte worden voorzieningen voor asbestsanering en voor luchtwassers opgenomen. De inspecteur stelt de aanslag conform de aangifte vast. Pas in 2020, bij een verzoek om geruisloze inbreng in een bv, vraagt de inspecteur om toelichting. In 2021 volgt een navorderingsaanslag waarbij beide voorzieningen worden gecorrigeerd.

Drie eisen voor een voorziening

Voor een voorziening gelden drie cumulatieve eisen. De uitgaven moeten:

  1. hun oorsprong vinden vóór de balansdatum;
  2. aan die periode kunnen worden toegerekend; en
  3. zich met redelijke zekerheid voordoen.

Het hof oordeelt dat de uitgaven voor luchtwassers niet voldoen aan de toerekeningseis. De kosten houden verband met voortzetting van het bedrijf na 2020 en kunnen daarom niet aan 2017 worden toegerekend. Voor de asbestsanering ontbreekt de vereiste zekerheid. Er was in 2017 geen wettelijke verplichting, alleen een wetsvoorstel voor een verbod vanaf 2025. De offerte dateert van na de balansdatum. De varkenshouder heeft niet aangetoond dat hij voor eind 2017 concrete plannen had voor sanering.

Geen ambtelijk verzuim of gewekt vertrouwen

De varkenshouder stelt dat de inspecteur de voorzieningen bij de primitieve aanslag had moeten onderzoeken. Het hof verwerpt dit. De inspecteur mag uitgaan van de juistheid van de aangifte. De hoogte van de dotaties was niet opvallend. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt. De varkenshouder heeft niet aangetoond dat de inspecteur bij een eerdere omzetbelastingcontrole heeft toegezegd dat de voorzieningen zouden worden geaccepteerd. Dat de inspecteur de voorzieningen bij de latere vpb-aanslag heeft geaccepteerd, zegt niets over de aftrekbaarheid in 2017. Bij iedere balansdatum moet opnieuw worden beoordeeld of aan de drie eisen is voldaan.

Bronvermelding

  • datum: 13 november 2025
  • bureau: Gerechtshof 's-Hertogenbosch
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:GHSHE:2025:2766

Misschien ook intressant

Loonbelasting
Niet langer uitkeren van pensioen leidt tot belaste aanspraak
Een dga krijgt na twee jaar pensioenuitkeringen ineens 'het besef' dat uitkeren niet nodig was. Er volgt een naheffing van ruim een miljoen euro. De dga bereikte in juni 2015 de pensioengerechtigde leeftijd. Conform de pensioenbrief gaat zijn
Eindejaarsactualiteiten
Eindejaarstips erf- en schenkbelasting
Aangiftetermijn erfbelasting Nabestaanden van iemand die op of na 1 januari 2026 overlijdt, krijgen twintig maanden de tijd voor de aangifte erfbelasting. Op dit moment hebben nabestaanden, na iemands overlijden, acht maanden de tijd. Het
Formeel recht
Inspecteur moet voldoende tijd geven voor hoorgesprek
Een man maakt bezwaar tegen zijn aanslag inkomstenbelasting. De inspecteur nodigt hem uit voor een hoorzitting, maar deze wordt later geannuleerd. De man wendt zich daarop tot de rechtbank, die oordeelt dat de inspecteur voor een bepaalde datum