Terug

Herstel stamrecht door verrekening met managementfee niet mogelijk

14 augustus 2025
Inkomstenbelasting

Een ondernemer die zijn stamrechtuitkering niet op tijd laat ingaan, kan dit niet herstellen door achteraf zijn managementvergoeding te verlagen. De rechtbank wijst de door hem voorgestelde constructie af, waarbij de managementvergoeding van zijn holding wordt verrekend met een stamrechtuitkering van zijn pensioenvennootschap. De navorderingsaanslagen over 2018 en 2019 blijven in stand.

Stamrecht gaat niet op tijd in

De 70-jarige eiser is aandeelhouder en bestuurder van twee vennootschappen: Holding BV en Pensioen BV. In 1997 brengt hij een stamrecht onder bij Pensioen BV. Gedurende 2018 en 2019 verricht hij werkzaamheden voor Holding BV en ontvangt daarvoor een managementvergoeding. Hij geeft alleen dit inkomen aan in zijn belastingaangifte. Het probleem ontstaat omdat het stamrecht in 2017 in had moeten gaan, het jaar waarin de ondernemer de AOW-leeftijd bereikt. Dit gebeurt echter niet, waardoor niet wordt voldaan aan de fiscale voorwaarden. De Belastingdienst ontdekt dit in 2021 en stelt eiser voor de keuze: ofwel een heffing ineens over de hele stamrechtaanspraak van € 414.778 plus € 82.955 revisierente in 2017, ofwel herstel door jaarlijkse navorderingen voor stamrechtuitkeringen van € 22.894 vanaf 2017.

Voorgestelde oplossing

Eiser kiest voor de tweede optie, maar stelt een eigen herstelmethode voor. Hij wil € 22.894 per jaar als te veel ontvangen managementvergoeding terugbetalen aan Holding BV. Holding BV zou dit bedrag vervolgens uitlenen aan Pensioen BV, waarna Pensioen BV het bedrag als stamrechtuitkering uitkeert aan eiser. Op deze manier blijft volgens hem het totale inkomen gelijk en ontstaat er geen extra belastingdruk. De Belastingdienst wijst dit voorstel af en legt navorderingsaanslagen op voor 2018 en 2019, waarbij het belastbaar inkomen wordt verhoogd met de stamrechtuitkeringen.

Rechtbank wijst constructie af

De rechtbank oordeelt dat de voorgestelde herstelmethode niet mogelijk is. Het voorstel vindt geen steun in de feiten, noch in de wet. Eiser wil met terugwerkende kracht de managementvergoeding verlagen, maar daar bestaat geen aanleiding voor, omdat niet is gebleken dat deze te hoog was. Cruciaal is dat de managementvergoeding van Holding BV losstaat van de stamrechtuitkering die eiser van Pensioen BV had moeten ontvangen. Het gaat om verschillende vennootschappen en verschillende titels van betaling. Rechten en plichten van verschillende rechtspersonen kunnen niet willekeurig worden uitgewisseld. De rechtbank benadrukt dat de Belastingdienst eiser al meerdere keren heeft uitgelegd dat optie 2 niet zonder navorderingen inkomstenbelasting kan.

Bronvermelding

  • datum: 14 augustus 2025
  • bureau: Rechtbank Den Haag
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBDHA:2025:10858

Misschien ook intressant

Omzetbelasting
Btw-vrijstelling voor thuistest
Een bv biedt testkits aan, waarmee afnemers zich kunnen laten testen op soa's. De bv werkt samen met een medisch diagnostisch centrum voor de laboratoriumanalyses van de afgenomen tests. De afnemers sturen de tests rechtstreeks naar het laboratorium
Inkomstenbelasting
Geen zelfstandigenaftrek voor ondernemer, die ook werkt voor de bv van de partner
Een ondernemer heeft recht op de zelfstandigenaftrek als hij voldoet aan het urencriterium. Dat houdt in, dat de ondernemer in een kalenderjaar ten minste 1.225 uren aan zijn onderneming besteedt. De Belastingdienst heeft de zelfstandigenaftrek
Vennootschapsbelasting
Geen onbeperkte verliesverrekening voor verlengd boekjaar 2012/2013
Per 1 januari 2022 zijn de temporiseringsmaatregel en de onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn ingevoerd. Naar aanleiding hiervan is de vraag opgekomen of voor een verlies uit het boekjaar dat aanvangt in 2012 en eindigt op 31 december