Terug

Irritatie over navordering onder de irritatiegrens

20 maart 2025
Formeel recht

Een belastingplichtige, die zelf om een correctie vraagt, kan later geen beroep doen op het correctiebeleid van de Belastingdienst. Ook als het bedrag van de navordering onder de zogenaamde irritatiegrens blijft, mag de Belastingdienst dit navorderen. Een recente uitspraak van de rechter bevestigt dit.

Irritatiegrens bij navordering

Een belastingplichtige dient eerst zijn reguliere aangifte inkomstenbelasting 2021 in, waarin hij een belastbaar inkomen van € 25.076 opgeeft. Enkele maanden na de definitieve aanslag dient hij een herziene aangifte in. Hierin voegt hij onder andere resultaat uit overige werkzaamheden toe. Zijn belastbaar inkomen stijgt hierdoor naar € 26.648.

De Belastingdienst legt conform deze herziene aangifte een navorderingsaanslag op. In bezwaar wordt deze navorderingsaanslag verlaagd tot een belastbaar inkomen van € 25.531, wat resulteert in een teruggave van € 458.

De belastingplichtige stelt dat de navorderingsaanslag vernietigd moet worden op basis van het correctiebeleid van de Belastingdienst. Volgens dit beleid worden navorderingsaanslagen met een correctie onder de € 450 niet opgelegd, omdat dit onder de zogenaamde irritatiegrens valt.

Irritatiegrens niet bij verzoek

De rechtbank oordeelt dat de belastingplichtige geen beroep kan doen op dit correctiebeleid. De reden hiervoor is dat hij zélf om de navordering heeft verzocht door het indienen van de herziene aangifte. In de woorden van de rechtbank: "In een dergelijk geval zal geen sprake zijn van enige overschrijding van de irritatiegrens als vermeld in het beleid. Het is immers de belastingplichtige zelf die de aanzet heeft gegeven die tot navordering leidt."

De belastingplichtige in deze zaak stelt ook nog dat hij de herziene aangifte "niet had willen doen", maar dat verweer helpt hem niet. De rechtbank oordeelt dat hij de benodigde handelingen voor het indienen heeft verricht en daarmee het gevolg moet accepteren.

Bronvermelding

  • datum: 20 maart 2025
  • bureau: Rechtbank Noord-Holland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBNHO:2025:1038

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Cryptohandel met trading bot is bron van inkomen
Een man begint in 2017 met het handelen in cryptovaluta. Hij richt zich op het behalen van voordeel door te profiteren van marktimperfecties. In essentie koopt de man cryptovaluta voor een prijs (iets) lager dan de marktprijs om die vervolgens tegen
Arbeidsrecht
Kan een werknemer van zijn arbeidsovereenkomst af voordat hij is gestart?
Een onderneming heeft een openstaande vacature voor de functie van inkoper. Om een geschikte vervanger te vinden, schakelt zij een recruitmentbureau in. Kort daarna introduceert het bureau een kandidaat. Na een eerste kennismakingsgesprek en verdere
Overdrachtsbelasting
Laag tarief bij tijdelijk gebruik van meer dan zes maanden
De staatssecretaris van Financiƫn heeft het beroep in cassatie ingetrokken tegen de uitspraak van Hof Den Haag van 10 april 2025. De uitleg van het hof biedt duidelijkheid omtrent de toepassing van het verlaagd tarief en de startersvrijstelling en