Terug

Kampeerautotarief niet met terugwerkende kracht

24 juli 2025
Autobelastingen

Een vrouw koopt in 2016 een voertuig dat zij gebruikt als kampeerauto. Vanaf dat moment betaalt zij motorrijtuigenbelasting volgens het reguliere personenautotarief. Ze vermoedt niet dat dit onjuist is en gaat ervan uit dat de belastingaanslagen kloppen. Begin 2024 komt zij er via vrienden achter dat kampeerauto’s in aanmerking komen voor een veel lager belastingtarief. Ze onderneemt direct actie en stuurt een verzoek naar de RDW om haar voertuig als kampeerauto te laten registreren. De RDW stuurt dit verzoek door naar de Belastingdienst, die het kampeerautotarief op haar voertuig toepast vanaf het begin van het eerste tijdvak waarin het verzoek is ingediend. Dat is januari 2024.

De vrouw is het hier niet mee eens en maakt bezwaar. Ze stelt dat haar kampeerauto al sinds 2016 aan de wettelijke eisen voldoet en dat zij recht heeft op terugbetaling van te veel betaalde belasting vanaf dat moment. De inspecteur wijst dit bezwaar af en stelt dat hij het kampeerautotarief niet eerder hoeft toe te passen dan de eerste dag van het tijdvak waarin het verzoek om toepassing van het tarief is ontvangen. De vrouw legt haar zaak vervolgens voor aan de rechtbank.

Tijdens de zitting legt de vrouw uit dat zij ten onrechte vertrouwde op de rekeningen van de Belastingdienst en pas later wist van het lagere tarief. De rechtbank oordeelt echter dat het aan de vrouw zelf is om op tijd een verzoek in te dienen. Het betalen van te veel belasting blijft haar eigen verantwoordelijkheid. Bovendien bepaalt de wet dat het kampeerautotarief pas geldt vanaf het tijdvak waarin het verzoek is ingediend. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Bronvermelding

  • datum: 24 juli 2025
  • bureau: Rechtbank Noord-Nederland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBNNE:2025:2747

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Inspecteur vernietigt compromis over uitdeling op grond van dwaling
Een bv, die zich bezighoudt met projectontwikkeling en de verhuur van onroerende zaken, verkocht in 2017 een woning voor een te lage prijs aan de zoon van de dga. De woning was sinds 2008 verhuurd aan de zoon voor een huur van € 1.200 per maand.
Omzetbelasting
Vrijstelling van btw bij doorbelasting aansprakelijkheidsverzekering
Een ziekenhuis berekent een deel van de aansprakelijkheidsverzekering door aan medisch specialisten. De inspecteur is van mening dat sprake is van een dienst en stelt dat deze dienst belast is met het algemene tarief van 21%. Het ziekenhuis stelt
Inkomstenbelasting
Waardebepaling van aanmerkelijk belang bij remigratie
Een erflater is in 1991 naar BelgiĆ« geĆ«migreerd. In 1994 heeft hij een aanmerkelijk belang van 50% van de aandelen in een Nederlandse bv verkregen. In 2003 remigreerde de erflater naar Nederland. Op dat moment waren de aandelen € 611.640 waard.