Terug

Kan een werknemer van zijn arbeidsovereenkomst af voordat hij is gestart?

3 juli 2025
Arbeidsrecht

Een onderneming heeft een openstaande vacature voor de functie van inkoper. Om een geschikte vervanger te vinden, schakelt zij een recruitmentbureau in. Kort daarna introduceert het bureau een kandidaat. Na een eerste kennismakingsgesprek en verdere onderhandelingen komen beide partijen in september 2024 overeen om een arbeidsovereenkomst te sluiten. Het contract wordt ondertekend en vastgelegd wordt dat de man per 1 mei 2025 zal starten als inkoper bij de onderneming.

Enkele maanden later laat de man telefonisch weten dat hij afziet van de functie. Hij geeft aan dat hij een promotie heeft ontvangen bij zijn huidige werkgever en besluit die te accepteren. Kort daarop laat de onderneming weten het niet eens te zijn met deze gang van zaken. De onderneming is van mening dat zij recht heeft op een schadevergoeding, omdat de man de afgesproken opzegtermijn van drie maanden niet in acht heeft genomen. Volgens de werkgever gaat de wettelijke opzegtermijn pas lopen na aanvang van de werkzaamheden. De man is het daar niet mee eens.

De kantonrechter is van oordeel dat man gelijk heeft. De wettelijke opzegtermijn begint al te lopen op het moment dat de arbeidsovereenkomst is gesloten. De Hoge Raad heeft reeds in 1917 geoordeeld dat de normale regels van opzegging al gelden vanaf het moment dat de arbeidsovereenkomst is getekend. Ook als er nog geen arbeid is verricht. De rechtbank benadrukte dat deze interpretatie strookt met het doel van een opzegtermijn, namelijk de werkgever voldoende tijd bieden om op zoek te gaan naar vervanging.

Bronvermelding

  • datum: 3 juli 2025
  • bureau: Rechtbank Oost-Brabant
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBOBR:2025:3256

Misschien ook intressant

Sociale verzekeringen
Minimumloon per 1 januari 2025
De minister van SZW heeft het minimumuurloon per 1 januari 2025 vastgesteld op € 14,06. Het referentiemaandloon, dat wordt gebruikt voor het vaststellen van de hoogte van diverse uitkeringen, bedraagt per 1 januari 2025 bruto €
Inkomstenbelasting
Geen bouwdepot maar spaarrekening
Hof Den Bosch heeft in een procedure over een aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2017 geoordeeld dat het saldo op een spaarrekening een bezitting is voor de rendementsgrondslag van box 3. De belanghebbende in de procedure meende dat het saldo
Successiewet
Bedrijfsopvolgingsregeling niet van toepassing
Een echtpaar schonk hun dochter een deel van de onderneming. De dochter claimde de vrijstelling van schenkingsrecht voor ondernemingsvermogen op grond van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). De inspecteur weigerde de vrijstelling, omdat de dochter