Terug

Lenen aan zuster zonder zekerheid

27 november 2025
Ondernemingswinst

Een bv leent bijna drie ton aan haar zustervennootschap. Toen het misging en de lening waardeloos werd, wilde zij die afwaarderen ten laste van de winst. De Belastingdienst stak daar een stokje voor.

De lening zonder waarborgen

In 2017 en 2018 leent de bv respectievelijk € 270.000 en € 12.500 aan haar zustervennootschap. Beide vennootschappen hebben dezelfde dga. De leningovereenkomst werd achteraf opgesteld, was niet gedateerd en bevatte vage bepalingen. De aflossing en looptijd moesten nog nader bepaald worden. Daarnaast werden geen zekerheden afgesproken. Er werd geen pandrecht op de aandelen gevestigd. De zustervennootschap leent het geld direct door aan haar Duitse dochter, een GmbH die een kledingzaak exploiteert. Ook daarbij zijn geen concrete afspraken gemaakt over terugbetaling. Het eigen vermogen van de zuster was al negatief en werd alleen maar negatiever. De Duitse dochter deed het nog slechter, met een negatief eigen vermogen van € 166.122 eind 2018.

Afwaardering geblokkeerd

In 2019 en 2020 waardeert de bv de lening volledig af. De Belastingdienst weigert dit, met als argument dat het een onzakelijke lening betreft. Geen onafhankelijke derde zou onder deze voorwaarden hebben geleend aan een verlieslijdende vennootschap. De rechtbank is het met de Belastingdienst eens. Het debiteurenrisico is veel te groot. Er zijn geen echte zekerheden, geen aflossingsschema en geen concrete vooruitzichten op terugbetaling. Dat in Duitsland de dga als Gesellschafter hoofdelijk aansprakelijk is, doet er niet toe. De Duitse regels gelden niet voor de lening tussen de Nederlandse zussen.

De troostprijs via e-mail

Toch behaalt de bv nog een kleine overwinning. De inspecteur heeft in een e-mail toegezegd dat de rentevordering wel in aftrek mag worden gebracht. De inspecteur beweert later dat dit deel was van een compromisvoorstel, waar de bv niet op heeft gereageerd. De rechtbank oordeelt dat de toezegging over de rente losstaat van het compromis. De rente mag op grond van het vertrouwensbeginsel alsnog in mindering worden gebracht op de winst. 

Rechtbanken botsen over belastingrente

De bv vecht ook de belastingrente aan. Rechtbank Noord-Nederland oordeelde in soortgelijke zaken dat deze hoge rente onredelijk is. De overgang van 0,01 procent tijdens COVID naar 8 procent daarna is te gortig. Tegen die uitspraak loopt nu een sprongcassatie bij de Hoge Raad. De bv vraagt de rechtbank om te wachten tot de Hoge Raad de knoop doorhakt, maar de rechtbank weigert. Zij ziet geen reden om de wettelijke regeling opzij te zetten. De wetgever kiest bewust voor deze percentages na de COVID-periode. Dat andere rechtbanken er anders over denken, maakt voor deze zaak niet uit.

Bronvermelding

  • datum: 27 november 2025
  • bureau: Rechtbank Gelderland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBGEL:2025:9283

Misschien ook intressant

Ondernemingswinst
Energielijst 2025
De minister van Klimaat en Groene Groei heeft de Energielijst 2025 vastgesteld. Deze lijst bevat de bedrijfsmiddelen, die bij investering in 2025 in aanmerking komen voor de energie-investeringsaftrek (EIA). De lijst bevat geen bedrijfsmiddelen
Inkomstenbelasting
Betaal voorlopige aanslag niet te vroeg
In december 2024 verzendt de Belastingdienst al aanslagen over 2025. Deze hebben een dagtekening in januari 2025. Dat kan de voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2025 zijn, maar mogelijk ook een andere aanslag. De Belastingdienst wijst erop deze
Inkomstenbelasting
Invoering belastingheffing box 3 over werkelijk rendement niet voor 2028
Naar aanleiding van het kritische advies van de Raad van State over het wetsvoorstel werkelijk rendement box 3 heeft de staatssecretaris van Financiën een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de stand van zaken. Het kabinet gaat het advies van