Terug

Onbekwaamheid werknemer geen dringende reden voor ontslag op staande voet

8 mei 2024
Arbeidsrecht

Ontslag op staande voet is een uiterste maatregel en moet daarom aan strenge voorwaarden voldoen. Het ontslag moet berusten op een dringende reden, waardoor van de werkgever niet kan worden gevraagd de dienstbetrekking te laten voortduren. Het ontslag moet onverwijld worden meegedeeld aan de werknemer onder vermelding van de dringende reden, die de aanleiding vormt voor het ontslag.

Een werkgever heeft hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kantonrechter over de rechtsgeldigheid van het aan een werknemer gegeven ontslag op staande voet. Evenals de kantonrechter is het hof van oordeel dat de voor een ontslag op staande voet vereiste dringende reden ontbreekt. De werkgever heeft onbekwaamheid en ongeschiktheid van de werknemer aangevoerd als reden voor ontslag. Dat is geen geldige reden voor een ontslag op staande voet. De werkgever heeft zich verder beroepen op werkweigering van de werknemer. Uit de door de werkgever gegeven voorbeelden blijkt niet dat de werknemer heeft geweigerd om taken uit te voeren, maar enkel dat hij taken niet heeft uitgevoerd. Ook dit levert geen dringende reden voor een ontslag op staande voet op.

De kantonrechter heeft de werknemer een billijke vergoeding toegekend, bestaande uit de inkomensschade van de werknemer over de resterende periode van het arbeidscontract voor bepaalde tijd. Op deze inkomensschade heeft de kantonrechter de vergoeding wegens onregelmatige opzegging en de transitievergoeding in mindering gebracht.

Het hof is echter van oordeel dat het niet juist is om de transitievergoeding en de vergoeding wegens onregelmatige opzegging in mindering te brengen op de billijke vergoeding. Ook bij een regelmatig einde van de arbeidsovereenkomst zou de werknemer recht hebben op de transitievergoeding. Door de vergoedingen in mindering te brengen op de billijke vergoeding zou de werknemer onvoldoende gecompenseerd worden voor het ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. Hetzelfde geldt voor de gefixeerde schadevergoeding. Volgens het hof moet worden voorkomen dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen omdat dit voor hen voordeliger zou zijn dan het in stand houden daarvan.

Bronvermelding

  • datum: 8 mei 2024
  • bureau: Gerechtshof Den Haag
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLGHDHA2024371, 200.332.130/01

Misschien ook intressant

Belastingplan
Wijzigingen omzetbelasting en accijns
Behoud lage btw op cultuur, media en sport De voorgenomen verhoging van het lage btw-tarief (9% → 21%) gaat niet door voor cultuur, media en sport. Het kabinet en de Tweede Kamer vinden het belangrijk dat bijvoorbeeld boeken, concerten,
Belastingplan
Maatregelen box 3
Meer belasting voor beleggers, lager heffingsvrij vermogen De invoering van een nieuw box 3-stelsel (werkelijk rendement) schuift door naar 2028. Om het gat te dichten dat is ontstaan door het uitstel van de hervorming, sleutelt het kabinet
Inkomstenbelasting
Werkelijk rendement over hele vermogen, niet per vermogensbestanddeel
Een man doet aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2021. Hij geeft in zijn aangifte een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3) op van € 35.616. Dit bedrag is gebaseerd op verschillende vermogensbestanddelen, waaronder vorderingen