Terug

Onverplicht aflossen schulden bv is geen aandeelhoudersmotief

23 oktober 2025
Inkomstenbelasting

Wie als aandeelhouder geld in zijn bv stopt zonder daartoe verplicht te zijn, kan dit soms als verlies aftrekken wanneer de bv failliet gaat. Dit wordt een informele kapitaalstorting genoemd. De aandeelhouder moet dan wel aantonen dat hij vanuit zijn rol als aandeelhouder heeft gehandeld en niet als vader of vriend. Volgens rechtbank Zeeland-West-Brabant is het onverplicht aflossen van schulden, die de kinderen van de aandeelhouder aan de bv hebben verstrekt, onvoldoende om te spreken van aandeelhoudersmotieven.

Familieruzie en geldnood

Een man is enig aandeelhouder van een bv die handelt in onroerend goed. Na het overlijden van zijn vader raakt hij verwikkeld in een rechtszaak met zijn broer over vastgoed. Deze procedure kost veel geld. Omdat de bv door de rechtszaak geldproblemen krijgt, lenen zijn drie kinderen geld aan de bv.  In 2019 wordt de bv ontbonden wegens gebrek aan geld. Kort daarvoor neemt de man de schulden aan de bv van zijn kinderen over en betaalt hij ze af. Hij stelt dat hij dit deed vanuit zijn rol als aandeelhouder om een faillissement te voorkomen. Dit bedrag wil hij aftrekken als verlies.

Geen bewijs van aandeelhoudersmotieven

De Belastingdienst weigert de aftrek. De man heeft zich niet officieel garant gesteld voor de schulden. Hij is ook niet door zijn kinderen aangesproken om te betalen. Hij heeft dus vrijwillig de schulden betaald. Volgens de Belastingdienst deed hij dit niet als aandeelhouder, maar als vader die zijn kinderen wilde helpen. De rechtbank geeft de Belastingdienst gelijk. Voor een informele kapitaalstorting moet worden aangetoond dat iemand vanuit zijn rol als aandeelhouder gehandeld heeft en de bewijslast daarvoor ligt bij de aandeelhouder. Uit de overeenkomsten blijkt niet dat de man verplicht was de schulden over te nemen. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat vanuit aandeelhoudersmotieven is gehandeld.

Wat is een informele kapitaalstorting?

De Hoge Raad heeft in 2011 uitgelegd wanneer sprake is van een informele kapitaalstorting. Als een aandeelhouder een lening aan zijn bv verstrekt en daarbij bewust het risico neemt dat de bv niet kan terugbetalen, dan is dit een informele kapitaalstorting als de lening later wordt kwijtgescholden. Belangrijk is dat het risico wordt aanvaard vanuit de rol als aandeelhouder. Bijvoorbeeld om te voorkomen dat de bv omvalt. Gebeurt dit vanuit andere motieven, zoals familie helpen, dan geldt de regeling niet.

Waarom is dit onderscheid belangrijk?

Het onderscheid tussen handelen als aandeelhouder of als privépersoon heeft grote fiscale gevolgen. Aandeelhouders kunnen hun verliezen aftrekken van hun belastbaar inkomen. Als privépersoon kan dat niet.

Leg financiële beslissingen vast

De Belastingdienst kijkt kritisch naar situaties waarbij familie betrokken is. Zorg voor duidelijke schriftelijke afspraken. Leg vast waarom bepaalde financiële beslissingen zijn genomen. Dit maakt het later makkelijker om aan te tonen dat er gehandeld werd als aandeelhouder.

Bronvermelding

  • datum: 23 oktober 2025
  • bureau: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBZWB:2025:6470

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Van hooischuur naar hoofdpijndossier
Een dga heeft een voormalige hooischuur bij zijn woning verbouwd tot kantoorruimte. Deze ruimte stelt hij vervolgens ter beschikking aan zijn eigen bv. De dga doet geen aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) 2017. De
Vennootschapsbelasting
Excessieve rente op aandeelhoudersleningen doorbreekt fbi-status
Een bv betwist haar uitsluiting van het fbi-regime en stelt dat de rente op aandeelhoudersleningen zakelijk is. De inspecteur bestrijdt dit standpunt. Daarnaast meent de inspecteur dat de rente van 10% op de aandeelhoudersleningen onzakelijk hoog is.
Vennootschapsbelasting
Bezwaarschriften belastingrente Vpb aangewezen als massaal bezwaar
De staatssecretaris van Financiƫn merkt de bezwaarschriften tegen de belastingrente voor de vennootschapsbelasting en de bronbelasting, de solidariteitsbijdrage, de minimumbelasting en het winstaandeel, die vanaf respectievelijk 1 oktober 2020, 1