Terug

Opgebouwde verlofdagen in het buitenland tellen mee bij voorkoming dubbele belasting

12 juni 2025
Internationaal

Een werknemer in de scheepvaart gaat in beroep bij de rechter tegen de Belastingdienst over voorkoming van dubbele belasting en krijgt gelijk. De man werkt 35 dagen op een schip in het buitenland. Werknemers op dit schip werken twaalf uur per dag en verblijven 24 uur aan boord. Voor elke werkdag bouwen zij één verlofdag op. Dit is aanzienlijk meer dan bij reguliere banen. De werknemer stelt dat de verlofaanspraken die opgebouwd zijn tijdens het werk in het buitenland ook meetellen voor de voorkoming van dubbele belasting en claimt een aftrekpost van ruim € 17.000. De Belastingdienst kent slechts iets meer dan € 9.000 toe. 

Standpunten van partijen

De Belastingdienst houdt vast aan een strikte interpretatie en stelt dat alleen het loon voor dagen waarop werknemers fysiek arbeid verrichten op het schip in aanmerking komt voor aftrek, wat de aftrek van meer dan € 9.000 oplevert. De inspecteur sluit hiermee verlofaanspraken uit die tijdens de buitenlandse werkzaamheden ontstaan. De werknemer kiest daarentegen voor een bredere benadering. Volgens zijn berekening bedraagt de aftrek ruim € 17.000.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de werknemer volledig gelijk heeft. Het loon omvat alle voordelen en aanspraken die werknemers genieten als tegenprestatie voor hun arbeid aan boord van schepen. Dit is niet alleen het rechtstreeks met gewerkte uren samenhangende loon, maar ook:

  • pensioenaanspraken;
  • eindejaarsuitkeringen;
  • toeslagen;
  • verlofaanspraken.

De rechtbank oordeelt dat een verlofaanspraak in feite een recht vormt op doorbetaling van loon, terwijl geen arbeid wordt verricht. Voor elke dag dat een werknemer aan boord van het schip in het buitenland werkt, krijgt hij niet alleen recht op loon over die dag, maar ook recht op doorbetaling van loon over één op te nemen vrije dag. De rechtbank baseert haar oordeel op een eerder arrest van de Hoge Raad over tijdsevenredige toerekening van vakantierechten aan de werkstaat.

Bronvermelding

  • datum: 12 juni 2025
  • bureau: Rechtbank Noord-Nederland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBNNE:2025:1923

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Aangifte is impliciet verzoek om doorschuiven verkrijgingsprijs
Een zoon erft in 2011 de helft van de aandelen van een bv van zijn moeder. In de aangifte inkomstenbelasting van moeder over 2011 is destijds geen (fictief) vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang vermeld. Ook is er geen schriftelijk verzoek
Overige heffingen
WOZ: Vergelijkingsobjecten uit andere dorpskern bruikbaar
Een woningeigenaar is het niet eens met de WOZ-waarde van zijn woning. De woningeigenaar vindt onder meer dat de vergelijkingsobjecten niet bruikbaar zijn, omdat die in een andere kern zijn gelegen. De heffingsambtenaar van de gemeente is het daar
Ondernemingswinst
Gerechtshof corrigeert onredelijke schatting van inspecteur
Een ondernemer exploiteert huurrechten met betrekking tot panden. Dit houdt in dat hij panden huurt en deze vervolgens onderverhuurt. Daarnaast is hij betrokken bij het innen van huurpenningen en het beheer van de verhuurde woningen. Voor dit laatste