Terug

Opschorting overgangsrecht btw-verhoging cultuur

19 december 2024
Omzetbelasting

De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer meegedeeld, dat hij het overgangsrecht bij de btw-verhoging op cultuur wil opschorten door middel van een beleidsbesluit. Hiermee is het in het Belastingplan 2025 opgenomen overgangsrecht niet meer van toepassing op vooruitbetalingen en tickets voor culturele activiteiten die vanaf 2026 of later plaatsvinden. Het beleidsbesluit geldt voor de periode van 1 januari 2025 tot 1 juli 2025. Het overgangsrecht blijft wel onderdeel van het Belastingplan 2025. De staatssecretaris verwacht hiermee voldoende tijd te hebben om in overleg met de Tweede Kamer tot een alternatief dekkingsvoorstel te komen.

Het opschorten van het overgangsrecht gaat gepaard met een incidentele budgettaire derving van € 135 miljoen. Deze wordt gedekt door de tarieven van de eerste en tweede schijf in de inkomstenbelasting voor één jaar met 0,03%-punt te verhogen in het jaar 2026.

Bronvermelding

  • datum: 19 december 2024
  • bureau: Ministerie van FinanciĆ«n
  • karakter: publicatie
  • nummer: 2024-0000566936

Misschien ook intressant

Toeslagen
Vermogen op peildatum doorslaggevend voor toeslagen, ook bij tijdelijke piek
Een vrouw verkoopt haar deel van de woning aan haar ex-partner. Zij is van plan om dit geld op een latere datum te gebruiken om een nieuwe woning te kopen. De opbrengst van de verkoop staat op 1 januari 2023 op haar bankrekening. Hierdoor beschikt
Vennootschapsbelasting
Volgens de rechter is hoge belastingrente oneerlijk
De rechter in Den Haag geeft een bedrijf gelijk dat de belastingrente op vennootschapsbelasting (vpb) veel te hoog vindt. Het bedrijf vraagt in november 2023 om een voorlopige aanslag vpb. De Belastingdienst stuurt deze aanslag in december 2023.
Inkomstenbelasting
Lening van bv aan dga zonder afloscapaciteit is winstuitdeling
Een dga leent, samen met zijn echtgenote, € 349.999 van zijn eigen bv. Dit geld gebruiken zij voor onderhoud en verbetering van hun woning. De Belastingdienst merkt deze lening aan als winstuitdeling en vordert bij beide echtelieden ieder de