Terug

Vaststelling rendementspercentage box 3 banktegoeden en schulden voor 2023

29 april 2024
Inkomstenbelasting

Op een moment, waarop een groot deel van de belastingplichtigen de aangifte IB voor het jaar 2023 heeft ingediend, heeft de staatssecretaris de forfaitaire rendementspercentages in box 3 voor banktegoeden en schulden vastgesteld. Dat gebeurt met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023. Het in de Wet IB 2001 opgenomen percentage van 0,01 voor 2023 wordt vervangen door 0,92. Het forfaitaire rendementspercentage voor schulden wijzigt niet en blijft 2,46.

Het forfaitaire rendementspercentage voor banktegoeden wordt vastgesteld op de som van het gemiddelde maandelijkse rendement in procenten op deposito’s van huishoudens met een opzegtermijn van maximaal drie maanden, zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank (DNB), over de periode van 1 januari tot en met 30 november van het kalenderjaar. Het percentage over de maand november wordt twee maal meegenomen in de som, waarna de som wordt gedeeld door twaalf.

Bronvermelding

  • datum: 29 april 2024
  • bureau: Ministerie van FinanciĆ«n
  • karakter: besluit
  • nummer: Staatscourant 2024, Nr. 12218, Nr. 2024-0000224266

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Vastgoedconstructie leidt tot resultaat uit overige werkzaamheden
Een particulier kocht in 2017 diverse percelen bosgrond in privé, liet deze kadastraal splitsen en verkocht ze in delen aan een gelieerde bv. Deze bv verkocht de percelen vervolgens door aan derden. De Belastingdienst stelt dat de verkoop aan
Inkomstenbelasting
Wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 ingediend
De staatssecretaris van Financiƫn heeft het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 naar de Tweede Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel houdt in dat belasting wordt geheven over de reguliere voordelen uit vermogen en de waardeontwikkeling van
Loonbelasting
Collectiviteitskorting wel, concernregeling niet toegestaan bij reisfaciliteiten NS
Rechtbank Gelderland oordeelt dat NS-bedrijven bij de waardering van reisfaciliteiten aan hun werknemers en gezinsleden rekening mogen houden met een collectiviteitskorting. Tegelijkertijd beslist de rechtbank dat de werkgevers de concernregeling uit