Terug

Verzoek correctie geldt voor alle aanslagen

20 maart 2025
Formeel recht

In een recente uitspraak trekt de hoogste rechter een streep door het formalisme van de Belastingdienst. Na jarenlang procedureel getouwtrek krijgt een belastingplichtige alsnog de kans om een aanslag van bijna een half miljoen euro inhoudelijk te betwisten.

De zaak in het kort

Een belastingplichtige krijgt te maken met een drastische correctie: zijn aangegeven inkomen van € 20.487 wordt door de Belastingdienst verhoogd naar € 495.355. Daarbovenop volgt een vergrijpboete van € 120.972 en € 15.833 aan belastingrente. Het procedurele web wordt nog ingewikkelder doordat de Belastingdienst later een navorderingsaanslag oplegde, waarbij eerder verrekende verliezen werden teruggenomen. In brieven over deze navorderingsaanslag maakt de belastingplichtige ook bezwaar tegen de oorspronkelijke correctie en boete.

De procedure in het kort

De kernvraag in deze zaak is of inhoudelijke bezwaren tegen een aanslag mogen worden behandeld als ze worden aangevoerd in een procedure over een andere aanslag?

De Belastingdienst, rechtbank én het hof oordelen van niet:

  • het bezwaar tegen de navorderingsaanslag is te laat ingediend;
  • de brieven worden alleen gezien als bezwaar tegen de navorderingsaanslag, niet tegen de oorspronkelijke aanslag;
  • bezwaren tegen de hoogte van het inkomen en de boete kunnen niet in deze procedure worden behandeld.

Het oordeel van de Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat de brieven van de belastingplichtige geen andere conclusie toelaten dan dat hij bezwaar had tegen de oorspronkelijke aanslag. De Belastingdienst had deze brieven daarom ook moeten behandelen als een verzoek om ambtshalve vermindering van de oorspronkelijke aanslag en beschikkingen.

Cruciaal in deze uitspraak:

  1. de Belastingdienst moet naar de inhoud van brieven kijken, niet alleen naar de vorm;

  2. bij een verzoek om ambtshalve vermindering moet binnen acht weken worden beslist;
  3. na het verstrijken van die termijn kan beroep worden ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing.

Bronvermelding

  • datum: 20 maart 2025
  • bureau: Hoge Raad
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:HR:2025:360

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Landbouwvrijstelling bij inbreng van cultuurgrond in maatschap
In deze zaak gaat het om de toepassing van de landbouwvrijstelling op cultuurgrond, die aanvankelijk is verpacht en later is ingebracht in een maatschap. Ten tijde van het verpachten van de grond behoorde de grond tot het
Omzetbelasting
Verlaagd btw-tarief van toepassing op gratis servicebeurt?
Een fabrikant van e-bikes biedt bij de verkoop van een fiets de eerste servicebeurt gratis aan. De fabrikant stelt dat een deel van de verkoopprijs moet worden aangemerkt als een vooruitbetaling voor deze servicebeurt, waarvoor het verlaagde
Inkomstenbelasting
Geen verliesaftrek door onjuiste vermogensetikettering?
Een startende projectontwikkelaar kocht een perceel grond om daarop een pand te bouwen. De bedoeling was om dit met winst te verkopen. Het pand zou deels dienen als woonruimte en deels als kantoorruimte. De projectontwikkelaar heeft het perceel als