Terug

Volgens de rechter is hoge belastingrente oneerlijk

25 september 2025
Vennootschapsbelasting

De rechter in Den Haag geeft een bedrijf gelijk dat de belastingrente op vennootschapsbelasting (vpb) veel te hoog vindt. Het bedrijf vraagt in november 2023 om een voorlopige aanslag vpb. De Belastingdienst stuurt deze aanslag in december 2023. Daarbij moet het bedrijf ook € 1.658 aan rente betalen. Het bedrijf vindt dat te veel en wil maar € 632 betalen. De Belastingdienst gaat hier niet mee akkoord. Het bedrijf gaat naar de rechter en krijgt gelijk. De rechter oordeelt dat de hoge rente in strijd is met het ‘evenredigheidsbeginsel’. Dit beginsel betekent dat de overheid bij het maken van regels een eerlijke belangenafweging moet maken en hierbij alle belangen moet betrekken. 

Schatkist 

De overheid wil met de hoge rente geld binnenhalen voor de schatkist. Uit de stukken blijkt dat dit zelfs het belangrijkste doel is. De rechter overweegt dat het verwerven van geld met een hoge belastingrente ten koste van bedrijven niet de bedoeling kan zijn. De overheid heeft te weinig gekeken naar wat deze hoge rente betekent voor bedrijven. Uit de wetsgeschiedenis blijkt zelfs dat veel mensen de rente te hoog vinden. Ook blijkt hieruit dat de rente niet past bij wat normaal is in de markt. Toch houdt de overheid vast aan de hoge rente, omdat ze het geld nodig heeft.

Rentepercentage

De rechter heeft nu een streep gezet door de regeling waarin het rentepercentage staat. Voor het bedrijf in deze zaak betekent dit dat het maar € 632 hoeft te betalen in plaats van € 1.658. De rechter laat in het midden wat een eerlijk rentepercentage zou zijn. Het bepalen van een eerlijk rentepercentage is aan de overheid overgelaten, waarbij zij een goede belangenafweging moet maken.

De zaak gaat over een technisch onderwerp, maar de kern is simpel: ook de Belastingdienst moet eerlijk zijn en mag niet te veel vragen.

Bronvermelding

  • datum: 25 september 2025
  • bureau: Rechtbank Den Haag
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBDHA:2025:16368

Misschien ook intressant

Belastingplan
Maatregelen box 3
Meer belasting voor beleggers, lager heffingsvrij vermogen De invoering van een nieuw box 3-stelsel (werkelijk rendement) schuift door naar 2028. Om het gat te dichten dat is ontstaan door het uitstel van de hervorming, sleutelt het kabinet
Inkomstenbelasting
Werkelijk rendement over hele vermogen, niet per vermogensbestanddeel
Een man doet aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2021. Hij geeft in zijn aangifte een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3) op van € 35.616. Dit bedrag is gebaseerd op verschillende vermogensbestanddelen, waaronder vorderingen
Toeslagen
Terugvordering kindgebonden budget verminderd tot nihil
Een man ontvangt in 2020 een nabetaling van € 37.439 van het UWV na een gewonnen rechtszaak. Deze nabetaling zorgt ervoor dat drie overheidsinstanties tegelijk geld terugvorderen: de Belastingdienst (€ 10.000), het UWV (€ 20.107) en de