Terug

Waardebepaling recreatieterrein inclusief stacaravans op verhuurde jaarplaatsen

25 juli 2024
Overige heffingen

Een gemeente heeft bij de bepaling van de WOZ-waarde van een recreatieterrein de waarde van de daarop aanwezige stacaravans meegenomen. De stacaravans staan op vaste jaarplaatsen, zonder dat er een recht van opstal is gevestigd. De heffingsambtenaar heeft bij de taxatie gebruik gemaakt van de operationele cashflow methode, met een opslag voor de stacaravans op basis van de gecorrigeerde vervangingswaarde. Volgens de heffingsambtenaar is de eigenaar van het recreatieterrein door natrekking eigenaar geworden van de stacaravans.

De rechtbank deelt de opvatting dat de stacaravans door natrekking eigendom zijn geworden van de eigenaar van het recreatieterrein. De rechtbank acht het daarom juist dat bij de waardering van de onroerende zaak de stacaravans worden meegenomen. Volgens de rechtbank moet dat door te doen alsof er jaarplaatsen met stacaravan worden verhuurd. De door de heffingsambtenaar overgelegde berekening is niet juist, omdat daarin wordt gerekend met de verhuur voor een jaar van kale jaarplaatsen en daarnaast met de verhuur van stacaravans gedurende vier weken per jaar. De berekening van de eigenaar van de WOZ-waarde is ook niet juist, omdat daarin geen rekening is gehouden met de stacaravans.

De rechtbank wijst erop dat niet vereist is dat de heffingsambtenaar de juiste WOZ-waarde bewijst. Hij moet aannemelijk maken dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld. Naar het oordeel van de rechtbank is de heffingsambtenaar in die bewijslast geslaagd. Een juiste waardering van het recreatieterrein zou niet lager uitkomen dan de waardering van de heffingsambtenaar. De rechtbank heeft de WOZ-waarde vastgesteld op de door de heffingsambtenaar nader berekende waarde van € 2.639.152.

Bronvermelding

  • datum: 25 juli 2024
  • bureau: Rechtbank Noord-Nederland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLRBNNE20242333, LEE 22/899

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Rendementspercentage omhoog, heffingsvrij vermogen omlaag in 2026
Het nieuwe box 3-stelsel, waarin belasting wordt geheven over het werkelijke rendement op vermogen, is uitgesteld tot ten minste 2028. Om deze budgettaire tegenvaller op te vangen, voert het kabinet vanaf 2026 aanpassingen door binnen het huidige
Inkomstenbelasting
Pensioenaanspraken belastbaar ondanks geen uitbetaling
Vanwege liquiditeitsproblemen bij haar bv ontvangt een weduwe vanaf augustus 2016 geen pensioenuitkeringen meer, hoewel zij daar wel recht op heeft. In haar aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2017 tot en met 2021 geeft zij deze niet-ontvangen
Inkomstenbelasting
Weet wáár u woont voor hypotheekaftrek
Een in België wonende belastingplichtige geeft in zijn aangifte inkomstenbelasting 2019 een Nederlands pand aan als eigen woning met een negatief saldo van € 7.555. De inspecteur accepteert deze aftrekpost niet, omdat onduidelijk is welk deel