Terug

Werkelijk rendement over hele vermogen, niet per vermogensbestanddeel

11 september 2025
Inkomstenbelasting

Een man doet aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2021. Hij geeft in zijn aangifte een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3) op van € 35.616. Dit bedrag is gebaseerd op verschillende vermogensbestanddelen, waaronder vorderingen op zijn kinderen en een verhuurde woning. De Belastingdienst stelt op basis van deze aangifte de aanslag vast. De man maakt bezwaar tegen deze aanslag. Hij stelt dat het werkelijk rendement op bepaalde vermogensbestanddelen, zoals de vorderingen, lager is dan het forfaitaire rendement dat de inspecteur heeft toegepast. Volgens hem is het gebruik van dit forfaitaire rendement niet in lijn met het verbod op discriminatie en het recht op eigendom uit het EVRM. De inspecteur wijst het bezwaar af.

De man gaat vervolgens in beroep bij de rechtbank. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst de aanslag inkomstenbelasting over 2021 terecht op het forfaitaire rendement heeft vastgesteld. Dit is immers niet hoger dan het werkelijk rendement uit het vermogen van de man. De rechtbank benadrukt dat het werkelijk rendement voor de gehele rendementsgrondslag in box 3 moet worden berekend en niet alleen op afzonderlijke vermogensbestanddelen, zoals de door de man aangevoerde vorderingen. De rechtbank beoordeelt alle vermogensbestanddelen, waaronder de verhuurde woning en de daarmee samenhangende waardestijging, huurinkomsten en de rente die de man ontving op zijn vorderingen. Bij deze berekening houdt de rechtbank rekening met de waarden en geldstromen die de man heeft opgegeven en concludeert dat het totaal opgetelde werkelijk rendement (€ 52.610) hoger is dan het forfaitaire rendement (€ 35.616).

Bronvermelding

  • datum: 11 september 2025
  • bureau: Rechtbank Noord-Nederland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBNNE:2025:3648

Misschien ook intressant

Arbeidsrecht
Invoering loontransparantie uitgesteld tot 2027
De invoering van de Europese Richtlijn Loontransparantie in Nederland is uitgesteld tot 1 januari 2027. Oorspronkelijk moest de wet uiterlijk op 7 juni 2026 ingaan, maar dat blijkt niet haalbaar. De overheid heeft meer tijd nodig om de regels goed
Overdrachtsbelasting
Leegwaarderatio geldt niet bij bloot eigendom overdrachtsbelasting
Een stel koopt een woning onder voorbehoud van gebruik en bewoning voor de verkoper. Het stel krijgt te maken met een naheffing overdrachtsbelasting. Het stel betaalt € 200.000 voor het bloot eigendom van de woning. Zij stellen dat voor de
Formeel recht
Proceskostenvergoeding bij intrekken beroep
Een vrouw trekt haar beroep in, nadat de Belastingdienst in hoger beroep de verzuimboete vernietigt. Zij verzoekt om vergoeding van de proceskosten, het griffierecht en de wettelijke rente. De vrouw stelt dat zij recht heeft op een