Terug

Wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 ingediend

22 mei 2025
Inkomstenbelasting

De staatssecretaris van Financiën heeft het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 naar de Tweede Kamer gestuurd. 

Het wetsvoorstel houdt in dat belasting wordt geheven over de reguliere voordelen uit vermogen en de waardeontwikkeling van vermogensbestanddelen in het betreffende jaar. Reguliere voordelen zijn rente, dividend, huur en pacht. Zowel de gerealiseerde als de ongerealiseerde waardeontwikkeling van vermogensbestanddelen wordt in de belastingheffing betrokken. De vermogensaanwas van een vermogensbestanddeel bestaat uit het verschil tussen de waarde aan het einde en aan het begin van het kalenderjaar, verminderd met de stortingen en vermeerderd met de onttrekkingen.

De waardeontwikkeling van onroerende zaken en aandelen in of winstbewijzen van startende ondernemingen vallen niet onder de hiervoor beschreven vermogensaanwasbelasting, maar onder een vermogenswinstbelasting. Dat houdt in dat de waardeontwikkeling pas wordt belast als deze is gerealiseerd of wanneer er geen sprake meer is van een startende onderneming. Voor de vermogenswinstbelasting bestaat het verschil tussen de verkoop- en de aankoopprijs, gecorrigeerd voor de kosten van aan- en verkoop en de verbeteringskosten. 

De reguliere voordelen zoals huur en dividend worden jaarlijks belast. Kosten zijn in beginsel aftrekbaar.

Het nieuwe stelsel geldt voor alle vermogensbestanddelen die nu in box 3 vallen. Bezittingen en schulden worden gewaardeerd naar de waarde in het economisch verkeer. Het heffingvrije vermogen wordt omgezet in een heffingsvrij resultaat. Omdat het werkelijke inkomen in een belastingjaar negatief kan zijn, wordt verliesverrekening mogelijk. 

Naast dit wetsvoorstel komt er een voorstel voor een aanpassingswet. Dat voorstel zal een groot aantal kleine wijzigingen omvatten, die nodig zijn vanwege dit wetsvoorstel. 

Het nieuwe stelsel moet per 1 januari 2028 in werking treden. Dat vereist dat het wetsvoorstel uiterlijk op 15 maart 2026 door de Tweede Kamer zal zijn aangenomen.

Bronvermelding

  • datum: 22 mei 2025
  • bureau: Ministerie van Financiën
  • karakter: wetsvoorstel
  • nummer: 2025-0000126582

Misschien ook intressant

Formeel recht
Strikte termijnen bij bezwaar: een waarschuwing voor belastingplichtigen
Een recente uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant onderstreept hoe strikt de Nederlandse belastingrechter omgaat met termijnoverschrijdingen. De zaak begint in 2012 wanneer een belastingplichtige een naheffingsaanslag omzetbelasting
Loonbelasting
Vaste vergoeding van laadkosten niet zonder risico
Het opladen van een elektrische auto van de zaak bij de woning van een werknemer brengt fiscale uitdagingen met zich mee. Hoe kan een werkgever de laadkosten vergoeden zonder dat dit als loon wordt aangemerkt? De kennisgroep loonheffing algemeen van
Sociale verzekeringen
Minimumuurloon per 1 juli 2025 naar € 14,40
De bedragen van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag worden halfjaarlijks gewijzigd. Per 1 juli 2025 bedraagt het minimumuurloon voor iemand van 21 jaar of ouder € 14,40. Voor mensen, die jonger zijn dan 21 jaar, gelden van het wettelijk