Terug

Wie stelt moet bewijzen, ook na afloop van de bewaarplicht

8 mei 2025
Ondernemingswinst

In het belastingrecht geldt doorgaans dat de inspecteur de bewijslast draagt voor het vaststellen van belastbare feiten, terwijl de belastingplichtige de bewijslast draagt voor aftrekposten, vrijstellingen of andere belastingvoordelen zoals verliesverrekening.

Dit principe is niet absoluut. Er zijn situaties waarin de bewijslast kan verschuiven, bijvoorbeeld bij een informatiebeschikking of bij omkering van de bewijslast. Het verstrijken van de bewaartermijn is op zichzelf niet voldoende om de bewijslast te verschuiven. Dit bleek onlangs in een geschil bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.

Wat speelde er?

Een bv claimt het recht op verliesverrekening voor de jaren 2016 en 2018. Zij verwijst hierbij naar een verminderingsbeschikking uit 2014. Hierin staat een resterend verlies van ruim drie ton. 

De bv stelt dat dit nog beschikbaar moet zijn voor verrekening. Een cruciaal argument van de bv is dat de bewijslast niet bij haar zou moeten liggen, omdat zij niet meer over alle verliesvaststellingsbeschikkingen beschikt. Deze dateren van vóór de wettelijke bewaartermijn van zeven jaar en volgens de bv kan het haar daarom niet worden aangerekend dat zij niet kan aantonen dat er nog verrekenbare verliezen zijn.

De inspecteur heeft uitgebreide documentatie aangeleverd, waaronder overzichten, systeemprinten en kopieën van eerdere aanslagen en beschikkingen. Hiermee toont hij aan dat na de beschikking in 2014 nog diverse verliesverrekeningen hebben plaatsgevonden, waardoor voor 2016 en 2018 geen verliezen meer resteerden.

Oordeel van het hof

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en doet een fundamentele uitspraak over bewijslastverdeling in fiscale zaken. Het hof oordeelt dat de bewijslast bij de bv blijft, zelfs al is de wettelijke bewaartermijn verstreken. De bv had "geen begin van bewijs geleverd" dat de door de inspecteur vastgestelde aanslagen of beschikkingen onjuist zijn.

Dit is een essentieel punt: het verstrijken van de bewaartermijn verschuift de bewijslast niet naar de Belastingdienst. De bv blijft verantwoordelijk voor het aannemelijk maken van haar claim, ondanks het feit dat de bewaartermijn voor de administratie was verstreken.

Het hof wijst ook het beroep op de vijfjaarstermijn af. Deze termijn bepaalt dat de Belastingdienst slechts binnen vijf jaar een navorderingsaanslag kan opleggen. Het hof maakt echter duidelijk dat in deze zaak geen sprake is van navordering. De inspecteur heeft niet geprobeerd eerdere aanslagen te verhogen of eerder vastgestelde verliezen naar beneden bij te stellen. Hij heeft alleen aangetoond dat de in 2014 nog beschikbare verliezen in de jaren daarna zijn verrekend.

Conclusie

Bewaar alle relevante beschikkingen. Het aflopen van de bewaarplicht ontslaat een belastingplichtige immers niet van de verantwoordelijkheid om claims op fiscale voordelen aannemelijk te maken. Het advies aan ondernemers is daarom om een doorlopend overzicht bij te houden van alle verliesvaststellingen en -verrekeningen, ook buiten de wettelijke bewaartermijn.

Een praktisch advies: vraag elk jaar een verliesbeschikking op bij de Belastingdienst. Als u geen verliesbeschikking ontvangt, kunt u de inspecteur verzoeken om vaststelling van het verlies. Zonder verliesbeschikking mag u het verlies niet verrekenen, en de beschikking geeft rechtszekerheid over de hoogte van de verrekenbare verliezen.

Bronvermelding

  • datum: 8 mei 2025
  • bureau: Gerechtshof 's-Hertogenbosch
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:GHSHE:2025:739

Misschien ook intressant

Formeel recht
Irritatie over navordering onder de irritatiegrens
Een belastingplichtige, die zelf om een correctie vraagt, kan later geen beroep doen op het correctiebeleid van de Belastingdienst. Ook als het bedrag van de navordering onder de zogenaamde irritatiegrens blijft, mag de Belastingdienst dit
Omzetbelasting
Btw ook verschuldigd bij no show
Een internetveiling en de inspecteur worden het niet eens over de verschuldigdheid van omzetbelasting bij niet-verzilverde bonnen, ook wel no shows genoemd, die via de veiling zijn ‘gewonnen’. De veiling stelt dat er geen belastbare prestatie is
Inkomstenbelasting
Afwaarderen forse rekening-courantschuld is winstuitdeling
Een directeur-grootaandeelhouder (dga) kampt met een forse rekening-courantschuld aan zijn eigen bv van bijna € 1,5 miljoen per 1 januari 2015. De vennootschap besluit ruim € 1 miljoen van deze schuld af te waarderen wegens vermeende