Terug

Laag tarief bij tijdelijk gebruik van meer dan zes maanden

26 juni 2025
Overdrachtsbelasting

De staatssecretaris van Financiën heeft het beroep in cassatie ingetrokken tegen de uitspraak van Hof Den Haag van 10 april 2025. De uitleg van het hof biedt duidelijkheid omtrent de toepassing van het verlaagd tarief en de startersvrijstelling en draagt bij aan een verbetering van de uitvoerbaarheid van de regeling, aldus de staatssecretaris.

Tijdstipbelasting

Aangezien de overdrachtsbelasting een tijdstipbelasting is, dient de toepassing van het verlaagd tarief en de startersvrijstelling op het moment van verkrijging te worden getoetst. In hoeverre kan aan het hoofdverblijfcriterium worden voldaan als reeds voor of op het moment van de verkrijging vaststaat dat de woning slechts tijdelijk als hoofdverblijf zal worden gebruikt?

Zes maanden

Voor het begrip ‘anders dan tijdelijk’ kan worden aangesloten bij de termijn van zes maanden die in de parlementaire geschiedenis wordt genoemd. Deze termijn van zes maanden kan worden aangehouden voor zowel de hoofdverblijfverklaring als voor de periode van het daadwerkelijk als hoofdverblijf gebruiken van de woning. Een en ander behoudens situaties van oneigenlijk gebruik of misbruik.

Bronvermelding

  • datum: 26 juni 2025
  • bureau: Ministerie van FinanciĆ«n
  • karakter: publicatie
  • nummer: 2025-0000015214

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Verlies adviesbureau niet meer verrekenbaar met overig inkomen
De schok kwam hard aan. Een belastingaanslag € 18.000 hoger dan verwacht. Na 15 jaar acceptatie besluit de Belastingdienst plotseling dat het verlies van een adviesbureau niet meer aftrekbaar is van het overige inkomen. Het hof bevestigt: een
Formeel recht
Verzoek correctie geldt voor alle aanslagen
In een recente uitspraak trekt de hoogste rechter een streep door het formalisme van de Belastingdienst. Na jarenlang procedureel getouwtrek krijgt een belastingplichtige alsnog de kans om een aanslag van bijna een half miljoen euro inhoudelijk te
Formeel recht
Irritatie over navordering onder de irritatiegrens
Een belastingplichtige, die zelf om een correctie vraagt, kan later geen beroep doen op het correctiebeleid van de Belastingdienst. Ook als het bedrag van de navordering onder de zogenaamde irritatiegrens blijft, mag de Belastingdienst dit