Terug

Villatax is geen ongeoorloofde inbreuk op het eigendomsrecht

21 november 2024
Inkomstenbelasting

Wie een eigen woning heeft, dient inkomstenbelasting te betalen over het zogenaamde eigenwoningforfait. Dit forfait bedraagt 0,35% van de WOZ-waarde van de woning, voor zover deze ligt tussen € 75.000 en € 1.310.000 (2024). Is de WOZ-waarde van de woning hoger, dan bedraagt het eigenwoningforfait € 4.585 plus 2,35% van de WOZ-waarde van de woning boven € 1.310.000. De verhoging van het forfait (2,35% i.p.v. 0,35%) leidt tot hogere belasting, die wordt aangeduid met de term "villatax". Deze belasting  vormt mogelijk een ongeoorloofde inbreuk op het eigendomsrecht.

De rechtbank Noord-Holland heeft onlangs geoordeeld dat de villatax geen ongeoorloofde inbreuk op het eigendomsrecht vormt. De procedure heeft betrekking op het jaar 2021. De WOZ-waarde van de eigen woning van de belanghebbende in deze procedure bedroeg in 2021 € 2.377.000. De inkomsten uit de eigen woning bestonden uit het eigenwoningforfait van € 35.324, verminderd met de rente over de eigenwoningschuld van € 6.336 en met de aftrek wegens geen of een geringe eigenwoningschuld € 26.090. Per saldo bedroegen deze inkomsten in 2021 € 2.898 positief.

Volgens de rechtbank bestaat het eigenwoningforfait uit twee componenten, namelijk een bestedingscomponent ter verkrijging van woongenot en een beleggingscomponent gericht op waardeontwikkeling van de woning. De rechtbank is van oordeel dat het is toegestaan beide componenten in de belastingheffing te betrekken en vanwege het toegenomen beleggingsaspect voor duurdere woningen een hoger forfait vast te stellen. De wetgever heeft de hem toekomende ruime beoordelingsmarge niet overschreden door dit hogere forfait in te voeren.

De rechtbank merkt op dat door het effect van de hypotheekrenteaftrek en de aftrek wegens geen of een geringe eigenwoningschuld in het jaar 2021 over maximaal 10% van het eigenwoningforfait belasting verschuldigd is. Deze heffingsgrondslag is niet disproportioneel. Dit betekent dat belastingplichtigen over het jaar 2021 op stelselniveau niet worden geconfronteerd met een buitensporig zware last. Gelet op het gezamenlijke box 1-inkomen van de belanghebbenden van € 150.553 is de rechtbank van oordeel dat de belastingheffing over de inkomsten uit de eigen woning over 2021 niet leidt tot een individuele en buitensporige last.

Bronvermelding

  • datum: 21 november 2024
  • bureau: Rechtbank Noord-Holland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLRBNHO202410912, HAA 24/211

Misschien ook intressant

Overige heffingen
Gevolgen leegstand voor gemeentelijke heffingen
Een notaris gaat in 2018 met pensioen. Het kantoorpand wordt sindsdien niet meer gebruikt en heeft een langdurige periode zonder resultaat te koop en te huur gestaan. Gedurende deze periode werd door de voormalige notaris wel water verbruikt, maar
Civiel recht
Belastingadviseur niet aansprakelijk voor gemiste bezwaartermijn
Een coffeeshopeigenaar start een procedure tegen zijn belastingadviseur na problemen met de Belastingdienst. Hij verwijt de belastingadviseur tekortschietende bijstand tijdens een boekenonderzoek en de daaropvolgende belastingaanslagen. Uiteindelijk
Formeel recht
Geen kostenvergoeding bezwaarfase bij doormachtiging in WOZ-zaak
Een belastingplichtige stapt naar de rechtbank na een geschil over de WOZ-waarde van zijn onroerende zaak. De heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen stelt de waarde oorspronkelijk vast op € 984.000. De